Voor Mike Miles staat het als een paal boven water: de keuze van technologiebedrijf Microsoft om een van de grootste en belangrijkste hubs van West-Europa te bouwen in Noord-Holland Noord langs de A7, is een uitstekende. Samen met de hub in Dublin vormt die nu de belangrijkste digitale snelweg naar Europa, het Midden-Oosten en Afrika.
Vanuit een kantoor dat uitkijkt over Schiphol Airport, roemt de ’General Manager Talent, Workforce and Community Development’ van Microsoft de goede contacten met de lokale bevolking in Noord- Holland Noord. Zeer tevreden is hij tevens over de samenwerking met overheden en vooral ook met het team van bedrijventerrein Agriport, waar Microsoft zijn datacenter uitbreidt. “Zolang de cloud groeit, groeien onze datacenters”, stelt Miles die vervolgens opsomt waarom Agriport dé ideale plek is voor een datacenter.
“Het voldoet aan al onze criteria. Voorop staat natuurlijk dat wij graag in de buurt van onze klanten zitten. Nederland staat nummer twee op de wereldlijst waar het gaat om internetgebruik. We ondersteunen graag digitale ontwikkelingen en nieuwe technologieën. In de regio was en is voldoende grond beschikbaar, er is een goede verbinding met internet en met Schiphol. Je bent hier binnen drie kwartier. Onze medewerkers wonen graag in Noord-Holland Noord, mede omdat het op steenworpafstand van Amsterdam ligt.” De rol van het klimaat mag volgens Miles ook niet worden onderschat. “Het koelen van een datacenter maakt een significant deel uit van onze kosten. Het klimaat in de regio helpt ons aan natuurlijke koeling. Én een ander belangrijk punt is de potentie om te investeren in groene energie.”
De enorme grote kassen van de tuinbouwbedrijven, die eveneens zijn gevestigd op het bedrijventerrein Agriport, worden steeds vaker op innovatieve, duurzame wijze verwarmd en voorzien van water. Een zienswijze die naadloos aansluit bij het streven van de softwaregigant om vroeg in het volgende decennium hun datacenters wereldwijd voor zeker 60 procent op groene energie te laten draaien. “Dat is momenteel 50 procent en daarnaast zijn onze datacenters nu al 93 procent efficiënter in het energieverbruik dan traditionele grootzakelijke datacenters. Bovendien onderzoeken we mogelijkheden om nog duurzamer te opereren”, aldus Miles.
Mike Miles, General Manager Talent, Workforce and Community Development
De uit Seattle afkomstige Amerikaanse Miles werkte ooit voor MSN in zowel Rotterdam als in Eindhoven. Inmiddels is hij al 17 jaar in dienst van Microsoft en vliegt met enige regelmaat naar Nederland. Miles is gecharmeerd van alles wat de regio op toeristisch gebied te bieden heeft en neemt waar mogelijk familie mee naar Nederland. “Vandaag loopt mijn vader rond in het Rijksmuseum, eerder bezochten we het Van Gogh Museum en hebben we de Afsluitdijk bezocht, én uitgebreid gefotografeerd.” Van de datacenters van Microsoft een toeristische attractie maken ziet Miles echter niet gebeuren. “Ik kan me voorstellen dat we op aanvraag groepen gaan rondleiden, bijvoorbeeld studenten of bedrijven die zaken met ons willen doen. Het is wel de bedoeling dat een bezoekerscentrum in de regio wordt ingericht.”
De vestiging van Google op hetzelfde bedrijventerrein is voor Miles een logisch gevolg van Microsofts investeringen in de regio. “Zij zien dezelfde voordelen en mogelijkheden als wij.” Lachend: “Natuurlijk zouden wij het liefst ook al hun Cloud-business willen, maar competitie houdt ons scherp.” Op serieuze toon vervolgt hij: “We sluiten samenwerking niet uit. In Amerika geven we al gezamenlijke gastcolleges op universiteiten om studenten te informeren over de werkmogelijkheden in de data- industrie. Facebook is ook onderdeel van deze samenwerking. Met Google zijn we in de VS ook in gesprek over het ontwikkelen van een gezamenlijk curriculum en gezamenlijke trainingen. Het is niet ondenkbaar dat we dat ook in Nederland gaan doen. Het eerste contact daarover is onlangs gelegd. We hopen hier door samenwerking een bruisend ecosysteem van IT medewerkers te kunnen creëren.”
Miles heeft als een van zijn belangrijkste taken het aangaan
en bouwen aan relaties in gemeenschappen waar datacenters worden gebouwd. Zodoende weet hij als geen ander dat de impact op de gemeenschap groot is tijdens en ook na de bouw van datacenters. “Ons doel is om op duurzame wijze bij te dragen aan de lokale gemeenschap. Daarbij willen we zoveel mogelijk een beroep doen op lokale expertise, diensten en werknemers”, zo legt Miles uit. “Ook hebben we inwoners gevraagd waarmee we ze kunnen helpen. In Amerika deden we het andersom, daar lieten we onze medewerkers daarover besluiten. In Middenmeer hebben we het omgedraaid, juist omdat deze gemeenschap zo hecht is.” Onder andere de stichting Sport en Welzijn Wieringermeer, stichtingen Surplus en Sarkon, rsg Wiringherlant, de Hollands Kroonse Uitdaging, de Cultuurschuur en de Lions kregen al financiële ondersteuning van Microsoft voor hun diverse projecten.
De rol van Microsoft in Noord-Holland Noord is nog lang niet uitgespeeld. Vanuit de community kunnen twee keer per jaar aanvragen worden ingediend bij Microsoft voor steun aan gemeenschapsprojecten. Daarnaast voorziet Miles groei in de vraag naar meer clouddiensten. “En daar wil Microsoft zeker aan voldoen.” Op de vraag of de Wieringermeer hét Nederlandse Silicon Valley gaat worden, antwoordt hij aarzelend: “Dat weet ik niet, maar onze keuze om ons hier blijvend te vestigen zou zeker andere IT-bedrijven kunnen aantrekken. Ik kan ze het in ieder geval van harte aanbevelen. Zowel het vestigingsklimaat als de bereikbaarheid via de gewone en digitale snelweg zijn uitstekend.”
Niet alleen in omvang, maar juist ook op het vlak van maatschappelijke impact. Of het nu gaat om financiering, huisvesting of gewoon een klankbord om je ideeën aan te spiegelen.
